Ik kom vaak berichten tegen op social media van ouders van PDA-ers die heel veel moeite hebben met het schelden en vloeken dat hun kinderen doen. Dat snap ik. Het is heel naar als je uitgefoeterd wordt. Verbale agressie kan heel bedreigend zijn. Toch is het soms nodig.
Als je autistisch bent, helemaal als je PDA-er bent, dan heb je vaak moeite met het reguleren van je emoties. Dat betekent dat je woede, stress en angst niet goed kwijt kunt. Als je dan druk of angst voelt, gaat het mis.
Hoe voelt een meltdown?
Bij iedereen voelt het anders. Bij mij voelt het als een vulkaan in mijn borst. Het brandt letterlijk in mijn borst. Een andere PDA-er omschrijft het als een monster. Een innerlijke beschermer van de PDA-er die dan tevoorschijn komt en in de aanval gaat. Daar kan ik me ook wel in vinden. Het gebeurt bij mij alleen als ik persoonlijk onder grote druk wordt gezet.
Ik heb gelukkig nog maar zelden meltdowns, maar dat komt vooral omdat ik nu weet hoe het voelt. En als ik het voel branden in mijn borst dat ik de situatie onmiddellijk moet verlaten. Mijn omgeving weet dat ze me dan met rust moeten laten. Als ze dat niet doen dan wordt de druk te groot en krijgen ze de volle laag.
Ik scheld ze uit voor alles wat ik op dat moment kan verzinnen en als ze dan druk op me uit blijven oefenen wordt ik agressief en sloop alles wat binnen handbereik is. Vaak heb ik er achteraf vreselijke spijt van en schaam ik me voor dit oncontroleerbare gedrag. Soms kan ik me er niet veel meer van herinneren.
Druk
Het sleutelwoord hier is druk. Als ik uit de situatie weg kan dan verminderd de druk en kan ik weer tot rust komen. Het is een familiekwaal. Mijn vader had drift buien en mijn dochter had ook driftbuien toen ze klein was. Nu weet ik dat het geen driftbuien zijn, maar meltdowns. En niet lang nadat ik de mijne onder controle kreeg, lukte het ook ze bij mijn dochter onder controle te krijgen.
Bij mij is er redelijk wat stress en druk nodig om zover te komen. Bij mijn dochter is er minder nodig en bij sommige is het al genoeg als je naar ze kijkt. Toch is de onderliggende reden bij ons allemaal hetzelfde. We zijn in een situatie waar we niet mee om kunnen gaan en het enige wat we kunnen doen om te reguleren is verbale agressie. Iets anders lukt gewoon niet.
Niks persoonlijks
We moeten ergens heen met de opgebouwde agressie, het moet eruit. Verbale agressie is dan het veiligst. Soms is dat ook niet genoeg, mijn dochter staat ook nog wel eens tegen de muur te schoppen. Het vloeken en schelden is vaak een manier om de opgebouwde innerlijke druk wat af te laten nemen. Zodat we een meltdown kunnen vermijden.
Helaas krijgen degene die ons het meest na staan het meeste gefoeter over zich heen. Niet alleen omdat zij nu eenmaal in de buurt zijn, maar omdat we ons dan veilig genoeg voelen om stoom af te blazen. Maar ook omdat zij degene zijn waarvan hulp verwachten. Want we voelen ons echt verschrikkelijk op zo een moment en hebben geen idee hoe we de situatie weer onder controle kunnen krijgen. Toch is het nooit persoonlijk. Het gaat over onze innerlijke druk die we lucht moeten geven. Ook al draag je bij aan de situatie waardoor we ons onder druk gezet voelen, dan nog is het nooit persoonlijk.
Grote woorden
Net als veel andere PDA-ers houden mijn dochter en ik van grote woorden en harde uitspraken. Woorden die schokkend zijn en indruk maken. Dat zijn woorden die we graag gebruiken. Dat zijn woorden die ons helpen, die onze pijn verminderen en onze innerlijke druk laten afnemen. Met deze harde woorden proberen we uitdrukking te geven aan onze gevoelens en lucht te geven aan onze ongenoegens. Deze woorden helpen ons een meltdown te voorkomen.
Negeer de rotte vis
Dus de volgende keer als je voor rotte vis wordt uitgemaakt probeer de rotte vis te negeren en er achter te komen wat de aanleiding is, de trigger. Neem het alsjeblieft niet persoonlijk want dat is het niet. Juist degene die ons het meest na staat krijgt van ons de meeste rotte vis. Realiseer je dat daar een reden voor is.
En soms is het niet anders. Dan moet iets gebeuren terwijl je weet dat het een meltdown gaat opleveren. Benoem het gewoon. Zeg: ‘Ik weet dat dit kan eindigen in een meltdown voor jou maar het moet gebeuren. Het kan echt niet anders dus foeter mij maar uit dan kun je het in ieder geval kwijt.’
Ik heb prachtige herinneringen aan de gezichten van omstanders als mijn kind me vanuit het diepst van haar ziel voor kutwijf uitmaakt en ik alleen maar zeg: ‘Ik weet het lieverd.’
Help me ploeteren! Het kost je geen cent, alleen wat moeite.
Ik vind meltdowns als volwassene vervelend, omdat de maatschappij dat niet meer aanvaardt zoals bij peuters. Mijn meltdowns komen vaak uit onrecht en onmacht, omdat ik vaak bij deelname aan activiteiten bots op onduidelijke communicatie ivm toegankelijkheid. En als er naar vraag, vinden mijn directe en eerlijke stijl te harde taal, terwijl ik dat goed bedoel. Door die communicatiestijl heb ik vaak uitsluiting en discriminatie ervaren.
Meltdowns als volwassene is inderdaad heel vervelend. Het wordt niet alleen niet geaccepteerd, er rust ook een taboe op. Omdat we ons ervoor schamen proberen we het ook zo min mogelijk in het openbaar te doen met als gevolg dat het een taboe blijft.
Het klopt dat niet iedereen tegen directe eerlijke communicatie kan. Ik vraag ook wel eens: ‘ Wil je een eerlijk antwoord of een sociaal wenselijk antwoord?’