Wij zijn neurodivergent, mijn hele familie is neurodivergent. Ik kan niet beginnen uit te leggen hoe blij ik met die term ben. Nu hoef ik niet meer uit te leggen dat de een wel een diagnose heeft en de ander niet. Dat de een ADD heeft en de ander PDD-NOS. Nee, nu ben ik met één woord klaar.
Parapluterm
Neurodivergent wordt gebruikt als parapluterm voor alles op het autisme spectrum, maar ook schizofrenie, Tourette, ADHD, dyslexie, OCD, enz. Eigenlijk voor alle mensen wiens hersenen anders werken dan wat standaard is. Neurodiversiteit betekent dat er verschillende neurotypes zijn en omvat dus niet alleen mensen die afwijken van de norm. Daarom is men aan het begin van de 21ste eeuw het woord neurodivergent gaan gebruiken. Wat afwijkende neurologie betekent. Daar tegenover staat neurotypisch waarmee de neurologie van het grootste deel van de mensen wordt bedoeld.
Geschiedenis
Er is een heuse neurodiversiteits-beweging. De meeste geven als startpunt van deze beweging het essay ‘Dont’t Moarn for Us’ uit 1993 dat Jim Sinclair schreef. Waarin hij uitlegt dat autisme niet het einde van de wereld is. Hij legt uit wat je los moet laten als ouder, zodat je je kind kunt accepteren zoals het is. Hij is ook de eerste die de term autistisch kind gebruikt in plaats van kind met autisme.
-Neurodiversiteit: De variatie tussen de verschillende breinen en hoe ze werken.(iedereen) -Neurotypisch: Een brein wat werkt zoals bij de meerderheid.('normaal') -Neurodivergent: Een brein dat anders werkt dan bij de meerderheid.(autisme, schizofrenie, Tourette, ADHD, dyslexie, OCD, enz)
Het woord neurodiversiteit werd voor het eerst gebruikt door Judy Singer. Singer bedacht de term neurodiversiteit om zowel het idee van neurologische diversiteit te vertegenwoordigen als om na te denken over het bestaan van een sociale beweging van neurologische minderheden waartoe ook de beweging voor autismerechten zou behoren.
Singer ontmoette Harvey Blume die in zijn krantenartikel ‘Neurodiversiteit’ in 1998 de term populair maakt. Hij legt uit wat het is, en verteld gekscherend over het ‘Instituut voor het bestuderen van de Neurotypische mens’. Een instituut wat als parodie dient voor alle instellingen waar autisme wordt onderzocht. Ze onderzoeken daar: ‘Het Neurotypisch syndroom. Dit is een neurobiologische aandoening die wordt gekenmerkt door preoccupatie met sociale contacten, waanideeën van superioriteit en obsessie met conformiteit.’
Anders bedraad
Zoals Blume voorspelde heeft internet een grote rol gespeeld in de groei van de neurodiversiteits-beweging. Er zijn boeken over geschreven en op social media vind je veel voorvechters (advocates) van het neurodiversiteits-idee. De kern ervan is dat de hersenen van de mensen die neurodivergent zijn anders werken dan van het grootste gedeelte van de mensen, de neurotypicals. Dat we niet minder zijn, dat we niet genezen hoeven worden maar dat we anders zijn. Het grootste probleem is dat we in een wereld leven die ingericht is voor de meerderheid van de mensen. Daarom zijn veel dingen moeilijker voor ons dan nodig.
Uit een onderzoek uit 2009 blijkt dat als neurodivergentie wordt gezien als een andere manier waarop je hersenen werken, in plaats van een handicap of medische aandoening, dit voor een groter zelfvertrouwen zorgt. Veel studenten uit het onderzoek zeiden dat ze dit betere zelfbeeld kregen door contact met voorstanders van het neurodiversiteit idee in online steungroepen.
Conflict
Natuurlijk leidt deze visie tot conflict. Want er is ook een grote groep ouders en wetenschappers die op zoek zijn naar een manier om bijvoorbeeld autisme te genezen. Ik heb daar best lang mee geworsteld want. Ik ben absoluut neurodivergent en zit ergens op het autismespectrum. Maar ik ben zeker niet gestoord. Ik kan me prima redden en heb mijn leven aangepast op mijn neurodivergentie. Maar als ik naar mijn dochter kijk, zij heeft veel meer moeite met het leven. En hoeveel we ook aanpassen het blijft heel moeilijk voor haar. Toch als ik haar vraag zou je de genezende pil nemen als die er komt, zegt ze nee. Maar er zijn ook mensen die ja zeggen en dat snap ik.
Ik denk dat het genuanceerder ligt. Ik denk dat neurodivergentie je gevoeliger maakt voor bepaalde aandoeningen. Denk aan een angststoornis. Die komt veel voor bij neurodivergente mensen. Misschien is het mogelijk daar een oplossing of genezing voor te zoeken zonder dat dit invloed hoeft te hebben op je neurodivergentie.
Neurodivergent leven
Het kan, een neurodivergent leven leiden. Ik werk 3 dagen per week zodat ik genoeg tijd over houd om hiervan te herstellen. Ik heb meerdere neurodivergente collega’s waardoor er veel begrip is op mijn werk. Mijn vrienden kring is klein en bestaat ook uit neurodivergente mensen. Verjaardagen en feestdagen vier ik niet. Mijn appartement is makkelijk ingericht en schoon te houden. Mijn vriend is ook neurodivergent en we wonen apart zodat we allebei niet overprikkelt raken.
De term neurodiversiteit helpt dus niet alleen om meer zelfvertrouwen te krijgen. Het maakt het makkelijker om gelijkgestemden te vinden en zo wordt de groep voorvechters steeds groter. De invloed van deze groep begint steeds meer voelbaar te worden in onderzoeken en hulpverlening. Zo proberen we de wereld stukje bij beetje leefbaarder te maken voor neurodivergent leven.
Help me ploeteren! Het kost je geen cent, alleen wat moeite.